Apestaartjaren 2020: de samenvatting
Het tweejaarlijkse Apestaartjarenonderzoek bracht ook in 2020 weer veel aan het licht over het mediagebruik van Vlaamse kinderen en jongeren. Wat blijft er ons zeker bij?
Meer schermen, meer schermtijd
is de gemiddelde leeftijd
voor de eerste eigen smartphone. In 2018 was dat nog 11-12 jaar.
kinderen met een tablet
gebruikt die elke dag. In het weekend zit 25% meer dan 3 uur op de tablet.
van wie een smartphone heeft,
gebruikt die elke dag. 28% doet dat langer dan 3 uur in het weekend.
van de jongeren
vindt dat ze te veel tijd besteden aan hun smartphone. Bijna 40% kan geen dag zonder!
Wat nemen we mee?
Kinderen uit de lagere school gebruiken vandaag meer schermen dan in 2018: elk toestel dat in het onderzoek aan bod kwam, wordt door méér kinderen gebruikt. Kinderen ondersteunen bij hun schermgebruik is dus al van in de lageres chool een belangrijke opdracht voor ouders en leerkrachten. Jongeren moeten we dan weer helpen om een goede digitale balans te vinden.
Schermen: niet voor iedereen
van de lagere school kinderen
heeft geen laptop, tablet of vaste computer. 3% heeft ook geen smartphone.
van de kinderen die geen toestel hebben om huiswerk te maken,
geven aan dat hun gezin ‘geld tekort heeft om dingen te kopen die ze nodig hebben’.
van de jongeren
gebruikt nooit een smartphone. Bij jongeren met een andere thuistaal dan Nederlands bedraagt dit cijfer 10%.
van de jongeren
gebruikt nooit een laptop, tablet of vaste computer. Bij jongeren met een andere toestel ligt het gebruik gemiddeld 15% lager.
Wat nemen we mee?
Er blijft nog veel werk aan digitale inclusie: het is niet omdat je een smartphone hebt, dat je opeens helemaal mee bent. Er is nog een duidelijk verschil in toegang tot toestellen om thuis je huiswerk te kunnen doen, bijvoorbeeld bij kinderen die het minder breed hebben thuis en jongeren met een andere taal als thuistaal.
Veel sociale media, weinig interesse in nieuws
van de kinderen
gebruikt weleens YouTube. Daarmee is Youtube het populairste platform bij kinderen, gevolgd door Netflix (67%) en TikTok (44%).
van de jongeren
maakt wekelijks gebruik van YouTube. Instagram staat met 82% op de tweede plaats.
van de jongeren
volgt af en toe het nieuws via de televisie. Ook via radio (52,9%), messaging apps (49,2%) en nieuwswebsites (26,4%) pikken ze soms iets mee.
van de jongeren
komt wekelijks via sociale media in aanraking met nieuws.
Wat nemen we mee?
Jongeren zijn niet geïnteresseerd in nieuws, al helemaal niet als het over de politiek gaat. Toch komen ze er via sociale media geregeld mee in contact. Ook een grote meerderheid van de kinderen gebruikt af en toe sociale media en apps. In tijden van fake news en influencers moeten we zowel kinderen als jongeren ondersteunen om om te gaan met inhoud op sociale media.
Vrienden als eerste aanspreekpunt
van de kinderen uit de lagere school
maakte al eens ruzie online. Evenveel jongeren hadden het voorbije jaar een minder fijne ervaring online.
van de jongeren
gaat te rade bij leeftijdsgenoten over het gebruik van digitale media. Gevolgd door ouders (44%) en broers en zussen (42%). Slechts 5% vraagt hulp aan leerkrachten.
van de jongeren
spreekt vrienden en klasgenoten aan als ze online iets naars meemaken. Gevolgd door ouders (52%), broers en zussen (31%) en andere volwassenen (20%).
van de kinderen
vraagt hulp aan leerkrachten bij het gebruik van media. Slechts 6% doet dat ook bij online narigheid.
Wat nemen we mee?
Kinderen en jongeren komen nog te weinig terecht bij ouders, en nog veel minder bij leerkrachten als ze vragen hebben over smartphones, sociale media, etc. Dat blijkt een vicieuze cirkel: praat je hier als volwassene weinig over met jongeren, dan zullen zij ook minder snel naar je toe komen.
Druk en doorsturen bij sexting
van de jongeren uit de derde graad secundair onderwijs
stuurde al eens een pikant beeld van zichzelf naar iemand. 20% voelde zich daarvoor al eens onder druk gezet.
meisjes die ooit al intieme beelden doorstuurde
had daar achteraf spijt van.
van de jongeren
kreeg al eens een intieme foto van iemand anders te zien, zonder dat die persoon daarvan op de hoogte was. In 65% van de gevallen kennen ze de persoon.
van de kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar
verstuurde al eens een ‘sexy’ foto van zichzelf naar iemand. Althans, wat er volgens hen onder ‘sexy’ valt.
Wat nemen we mee?
Sexting is heel normaal onder jongeren. Maar het is niet oké om andermans intieme foto’s door te sturen of anderen onder druk te zetten om pikante foto’s te versturen. Er is een duidelijke nood om hierover meer bewustwording te creëren bij jongeren en te benadrukken dat je ook als omstaander anderen hierop kan aanspreken.
Gamen doe je samen
van de jongeren
gamet liefst tegen vrienden. 13% geeft aan liever alleen te gamen.
jongeren gamet dagelijks,
ook op schooldagen. Op vrije dagen gamet 1 op 3 jongeren meer dan 3 uur lang.
van de kinderen
gamet het liefst via de tablet. Gevolgd door 55% via een gameconsole.
van de kinderen
speelt graag samen met vrienden of familie.
Wat nemen we mee?
Het klassieke beeld van de eenzame gamer is al een tijdje achterhaald: jongeren houden ervan om samen met hun vrienden te gamen én om nieuwe mensen te leren kennen in games. Het sociale aspect van games wint dus steeds meer aan belang. Bij jongeren blijft de smartphone daarvoor het populairst, maar ook spelconsoles doen niet onder.
Weinig regels thuis?
van de kinderen
heeft geen regels of afspraken thuis over hun mediagebruik
van de kinderen bij wie er wel afspraken zijn
geeft aan dat die regels gaan over wat ze zelf online mogen zetten. Bij 22% wordt er bepaald met wie ze online contact mogen hebben.
van de jongeren in de eerste graad van het secundair onderwijs
zegt dat ze zelf mogen kiezen hoelang ze hun smartphone gebruiken. In de tweede graad is dit 70%, in de derde graad 89%.
jongeren vroegen we of er thuis afspraken zijn over hun smartphone
De ruime meerderheid zegt van niet.
Wat nemen we mee?
Schermtijd en het vinden van een digitale balans is een issue waar ouders kinderen mee moeten leren omgaan. Maar dat mogen ze ook niet loslaten bij jongeren. Daarnaast moeten ze aandacht hebben voor wat kinderen en jongeren online doen en met wie, en vooral erover blijven praten. Nadenken over hun eigen voorbeeldfunctie helpt natuurlijk ook.
Ontdek de resultaten in een notendop
Lees het onderzoeksrapport
Benieuwd naar alle cijfers, bevindingen en conclusies van dit onderzoek? Ontdek de 2 verschillende rapporten voor kinderen (6 tot 12 jaar) en jongeren (12 tot 18 jaar).