6 tips voor opvoeders
Praat open en positief over wat kinderen online meemaken
Maak er een gewoonte van om al vanaf een heel jonge leeftijd interesse te tonen en te praten over de ervaringen van je kind in de digitale wereld. Digitale media zijn een belangrijk onderdeel van het leven van veel kinderen en jongeren, ook al vind jij ze misschien onbelangrijk of interesseren ze je niet. Door interesse te tonen in wat je kinderen online kijken, spelen of delen, laat je merken dat ook hun online leven er voor jou toe doet.
Bespreek zowel de risico's als kansen die media kunnen bieden. Praat over de voordelen die kinderen ervaren, over waar ze zich onzeker over voelen en over wat ze kunnen doen als ze iets minder leuk meemaken.
Weet dat schermen sterke emoties kunnen oproepen: enthousiasme, maar ook frustratie en soms zelfs angst. Door rustig te blijven en vragen te stellen (“Hoe voelde dat?”, “Wat vond je er lastig aan?”) help je kinderen hun gevoelens te begrijpen en ermee om te gaan. Probeer ook zelf het hoofd koel te houden: felle of boze reacties kunnen hen wegduwen of afschrikken, terwijl je net een aanspreekpunt wil zijn.
Verken de digitale media die kinderen en jongeren gebruiken
Om beter te begrijpen wat kinderen online doen, helpt het om af en toe mee te kijken of mee te spelen. Dat geeft je niet alleen zicht op hun interesses, maar ook op hoe die apps, video’s en games werken. Je voelt beter aan wat hen aantrekt, waar er mogelijk risico’s zitten en waar het gesprek over kan gaan.
Door die gedeelde momenten wordt het voor kinderen veel makkelijker om dingen te vertellen, zeker als er eens iets misloopt. Het helpt jou als opvoeder ook om mee te zijn en om gerichter advies te kunnen geven.
Kijk naar het individuele kind
Niet iedereen gaat op dezelfde manier om met schermen: mogelijke risico's en voordelen van digitale media zijn dan ook voor elk kind verschillend. Factoren zoals leeftijd, geslacht en persoonlijke en medische eigenschappen (zoals ASS, ADHD, angst en depressie) beïnvloeden het mediagebruik van kinderen en de effecten ervan. Door rekening te houden met die individuele verschillen, kun je als opvoeder beter inschatten welke afspraken helpen en waar je best bijstuurt.
Geef zelf het goede voorbeeld
Kinderen leren door wat ze rondom zich zien. Hoe opvoeders met hun smartphone, tablet of laptop omgaan, bepaalt dan ook mee hoe kinderen dat zullen doen. Geef dus zelf het goede voorbeeld door bewust en gezond met digitale media om te gaan.
Daarnaast is het als ouder belangrijk om tijd vrij te maken voor verbinding en interactie met kinderen. Interactie met hun ouders stimuleert de ontwikkeling van taal, motoriek, sociale vaardigheden ... Als je zelf veel bezig bent met digitale media, kan dat die interacties verstoren. Probeer daarom bewust je toestel weg te leggen en je volledige aandacht te geven aan je kinderen.
Focus op een gezonde balans en kwalitatieve inhoud
Wat kinderen doen of zien als ze digitale media gebruiken en een goede balans met andere activiteiten is belangrijker dan de hoeveelheid schermtijd.
Schermtijd kan leuk, nuttig of leerrijk zijn voor kinderen, zolang het niet ten koste gaat van voldoende tijd voor beweging, sociaal contact, slaap en schoolwerk. Probeer een goede balans te vinden tussen al die activiteiten, in plaats van je te concentreren op de hoeveelheid schermtijd zelf. Die balans kan verschillen tussen kinderen of gezinnen en kan ook doorheen de tijd veranderen. Bied goede alternatieven voor schermgebruik aan, zeker als je merkt dat een kind moeite heeft om uit zichzelf andere dingen te doen.
Ook de inhoud speelt een grote rol. Wat kinderen zien, beïnvloedt hoe ze zich voelen en gedragen. Kies dus voor video’s, games, etc., die passen bij hun leeftijd en ontwikkeling, en vermijd dingen die hen onnodig bang maken, overprikkelen of te lang aan het scherm gekluisterd houden.
Zorg voor duidelijke regels en afspraken, en groei daarin mee
Kinderen hebben houvast nodig. Als opvoeder is het dan ook jouw taak om duidelijke grenzen te stellen, ook over mediagebruik. Afspraken over schermen werken het best wanneer een kind begrijpt waarom ze er zijn. Leg dus helder uit wat kan, wat niet kan en waarom. Volg die afspraken op en wees duidelijk over de gevolgen wanneer ze niet nageleefd worden.
Bij jongere kinderen leg je best duidelijke regels en afspraken op. Naarmate kinderen ouder worden, geef je hen best meer inspraak en schuif je zo stapsgewijs op van duidelijke regels naar een goed gesprek.
Hou rekening met de volgende vuistregels:
- Voor kinderen jonger dan 12 jaar stel je best zelf duidelijke regels op, stimuleer je goede gewoonten en begeleid je hun mediagebruik. Naarmate ze ouder worden, verschuift dit naar een gesprek over de regels en waarom ze belangrijk zijn, waarbij je nog steeds als ouder beslist.
- Voor kinderen van 12 tot 16 jaar moet de nadruk verschuiven van regels naar een dialoog en gesprekken over het schermgebruik van jongeren, waarbij ze geleidelijk aan leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun schermgebruik.
- Voor kinderen vanaf 16 jaar werken regels over schermgebruik meestal contraproductief, maar dat betekent niet dat je niets meer te zeggen hebt. Blijf betrokken, geef je mening en praat over mogelijke problemen. Wees beschikbaar als luisterend oor en om advies te geven, zonder je kind overmatig te controleren. Zie je dat slaap, schoolwerk of sociale contacten onder druk komen te staan? Dan is het tijd om actiever in te grijpen en samen hulp te zoeken.