Hoe test je mediawijsheid bij anderstaligen?

Dit artikel is deel van Mediawijsheid

Digitale toepassingen zijn noodzakelijk om goed te functioneren in de samenleving. Ze helpen je om de weg te vinden, op te zoeken wanneer de bus komt en te solliciteren voor je droomjob. Alleen is dat voor anderstaligen niet vanzelfsprekend. Mediawijsheid is dus een fundamenteel onderdeel van elke taalcursus. En daarbij is testen de eerste stap. Maar hoe meet je mediawijsheid bij anderstaligen?

Competenties in kaart brengen

Hoe krijg je zicht op de digitale competenties van cursisten als ze de taal (nog) niet machtig zijn? Probeer de volgende methode uit:

  1. Vraag of ze een smartphone, tablet of computer hebben.
  2. Vraag of je even mag kijken: welke apps staan erop?
  3. Laat ze één of meerdere apps tonen (aan jou persoonlijk, of aan de hele groep): hoe gebruiken ze die precies? Vraag om uitleg, ook al ken je de app.
  4. Analyseer samen: voor welke functies kan je deze app gebruiken (bv. om te communiceren, om je te informeren, om inhoud te creëren, om jezelf te beschermen, om samen te werken, …)?

Waarom deze methode?

Deze methode brengt 2 voordelen met zich mee:

Je kan cursisten gerust in hun eigen taal of in het Engels aan het woord laten. Kijken en tonen zijn hier immers de belangrijkste sleutelwoorden. Zo krijg je zicht op de apps die ze zelf al gebruiken en die voor hen nuttig zijn. Vervolgens kan je met deze (en eventueel andere nuttige) apps aan de slag in het Nederlands. Let wel op dat je geen voorbarige conclusies trekt. Het is bijvoorbeeld niet omdat iemand geen online banking-app op zijn smartphone heeft staan, dat hij die niet kan gebruiken. Misschien gaat deze persoon gewoon liever naar het bankkantoor.

Een media-ideologie kan je omschrijven als de manier waarop iemand vindt dat media gebruikt moeten worden. Moet je bijvoorbeeld continu bereikbaar zijn? Hoelang mag het duren voor je antwoordt op een berichtje? Gebruik je e-mails enkel voor het werk of ook om een etentje te plannen met je vrienden? Iedereen vormt zich een mening over wat er wel en niet binnen een medium past, aan de hand van persoonlijke ervaringen. Een media-ideologie is vaak gelijk voor individuen binnen dezelfde sociale kring. Als docent kan je deze inzichten gebruiken wanneer je media en ICT in een later stadium integreert in de taalcursus.

Wie bedacht deze methode?

Bovenstaande methode kwam naar boven tijdens het Europese project Migrant Liter@cies, waarbij Mediawijs samen met partners uit 7 landen op zoek ging naar innovatieve praktijken voor het creatief gebruik van ICT, mobiele toestellen en sociale media in het taalonderwijs.

Gepubliceerd op 8 september 2021