Reageren op haatspraak: twee voorbeeldsituaties

Dit artikel is deel van Haatspraak

Wil je reageren op een haatboodschap, maar weet je niet waar te beginnen? Ons handig keuzeplan is een goede basis om je aanpak te bepalen. Hieronder vind je 2 uitgewerkte voorbeeldsituaties die vertrekken van het keuzeplan.

Voorbeeld 1: reageren bij online haatspraak

Een bekende sporter geeft na zijn overwinning een emotioneel interview, waarin hij een traan laat. Iemand post op sociale media: “Wa nen homo!” Je kent de persoon die de uitspraak deed niet.

 

Mogelijke reactie 1

Mogelijke reactie 2

Keuze 1: wie/wat wil ik bereiken?

Je richt je tot de boodschapper. Je wil tonen dat je het niet eens bent met de uitspraak.

Je richt je tot de omstaanders. Je wil oproepen tot een positief internetklimaat en verdere polarisatie voorkomen.

Keuze 2: hoeveel tijd kan/wil ik hieraan besteden?

Je hebt hier veel tijd voor over. Je vindt het belangrijk om ook andere, soortgelijke berichten aan te pakken.

Je wil het kort houden en gewoon eens kijken of een reactie een verschil kan maken.

Keuze 3: waarop wil ik reageren?

Je reageert op het onderdrukkend verhaal. Zo ben je het niet eens met het stereotiepe beeld dat homo’s altijd overgevoelig zouden zijn. Specifiek richt je je dus op de kenmerken van de personages in het onderdrukkend verhaal.

Je reageert op de haatboodschap. Je spreekt je niet uit over het onderdrukkend verhaal om nutteloze discussies te vermijden. Je vindt het vooral jammer dat er een verwijt gemaakt wordt.

Keuze 4: welke strategie kies ik?

Je kiest voor de strategie waarbij je een alternatief biedt. Je wil een andere, positieve boodschap brengen.

Je kiest voor de strategie waarbij je in dialoog gaat. Je wil van omstaanders horen hoe zij dit beleven en hen betrekken bij het vinden van een oplossing.

Keuze 5: welke toon kies ik?

Je kiest voor een humoristische toon. Je wil de reactie luchtig, maar duidelijk houden.

Je kiest voor een positieve toon, waarbij je positief gedrag aanmoedigt.

Reactie

“Inderdaad! Wa nen HOMO SAPIENS!”

“Beste meelezers, bij deze een oproep tot positieve boodschappen. Is het niet leuker om gewoon complimentjes te geven? Ik daag jullie uit, wat is het mooiste compliment dat je kan geven?”

Voorbeeld 2: offline haatspraak

Een leerling uit het zesde leerjaar krast een hakenkruis in een schoolbank. In de klas zitten ook enkele Joodse leerlingen.

 

Mogelijke reactie 1

Mogelijke reactie 2

Keuze 1: wie/wat wil ik bereiken?

Je richt je tot de omstaanders (leerlingen van de klas) en de boodschapper. Je wil de haat een halt toeroepen.

Je richt je tot de boodschapper. Je wil nagaan waarom hij of zij dit gedaan heeft.

Keuze 2: hoeveel tijd kan/wil ik hieraan besteden?

Je wil dit voorval niet zomaar laten passeren, maar je wil het ook niet te veel opblazen. Je kiest voor een korte, daadkrachtige reactie.

Je wil hier uitgebreid de tijd voor nemen en de situatie ook in een later stadium blijven opvolgen.

Keuze 3: waarop wil ik reageren?

Je wil reageren op de haatboodschap zelf. Je hebt nooit antisemitisch of racistisch gedrag bij deze leerling opgemerkt en wil je voornamelijk uitspreken over het symbool.

Je wil reageren op het onderdrukkend verhaal, door te bespreken waar het symbool voor staat en hoe het ook vandaag nog verspreid wordt. Ook wil je ingaan op onderliggende behoeften. Dit doe je op basis van behoeften die je met elkaar deelt, zoals de nood aan een leuke klassfeer.

Keuze 4: welke strategie kies ik?

Je kiest voor de strategie waarbij je grenzen stelt. Je wil kort duiden dat dit een symbool een heel negatieve lading heeft en dat dit niet past binnen de visie van de school. Vervolgens kies je voor de strategie om een alternatief te bieden, door van het symbool iets positiefs te maken.

Je kiest voor de strategie waarbij je in dialoog gaat met de boodschapper. Daarnaast kies je er ook voor om het voorval te melden: je zorgt ervoor dat het hakenkruis van de schoolbank verdwijnt.

Keuze 5: welke toon kies ik?

Je probeert feitelijk te reageren en vertelt de leerlingen de werkelijke betekenis van het symbool. 

Je kiest voor een emotionele en positieve toon tijdens het gesprek.

Reactie

Je vertelt de leerlingen dat er een heel negatief verhaal hangt aan dit symbool. Je zegt dat het in het verleden veel mensen gekwetst heeft en dat nog altijd kan doen. Daarna denk je samen met de leerlingen na hoe je er een leuke en gekke tekening van kan maken, zoals een vierkant mannetje met voetjes, ogen en voelsprieten.

Je vraagt de leerling waarom hij of zij een hakenkruis gekrast heeft in de schoolbank. Je vertelt waar het symbool voor staat en hoe het nog steeds verspreid wordt. Je merkt op dat de leerling goed overeenkomt met andere leerlingen en vertelt dat het symbool betekent dat sommige van zijn vriendjes niet welkom zouden zijn in de klas. Je bekijkt samen hoe het hakenkruis verwijderd kan worden. Daarnaast bespreek je de ideale klassfeer van de leerling en hoe hij of zij daaraan kan bijdragen.

Lees verder

Gepubliceerd op 16 maart 2022