Is haatspraak strafbaar?

Dit artikel is deel van Haatspraak

Je hoort het haters weleens zeggen: ‘Ik mag zeggen wat ik wil, want in België heeft iedereen het recht op vrije meningsuiting!’ Toch is dat niet helemaal waar: er zijn wel degelijk grenzen aan dat recht. Om welke grenzen gaat het juist? En wil dat dan zeggen dat haatspraak strafbaar is?

Wat is het recht op vrije meningsuiting?

Het recht op vrije meningsuiting betekent dat je je eigen mening en ideeën mag delen en verdedigen, zonder dat je daar aan iemand toestemming voor hoeft te vragen. Het staat neergeschreven in de Belgische Grondwet én het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens:

Art. 19 GW “De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.”
Artikel 10 §1 EVRM “Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.”

Waarom is vrije meningsuiting belangrijk?

Het recht op vrije meningsuiting is om 2 redenen belangrijk:

Het is een fundamenteel mensenrecht

Vrije meningsuiting is een deel van ons mens-zijn. Zo kunnen we uitdrukking geven aan onze persoonlijkheid, onze normen en onze waarden. Als dat verboden zou zijn, zouden we onszelf niet ten volle kunnen ontplooien.

Het is belangrijk voor de democratie

Als iedereen kan opkomen voor zijn meningen en overtuigingen, kunnen we daarover met elkaar in gesprek gaan. Zo kan iedereen zijn stem laten horen, wat de ontwikkeling en de bloei van onze democratie bevordert.

Grenzen aan de vrije meningsuiting

Dat er in ons land een grote vrijheid van meningsuiting is, kunnen we alleen maar toejuichen. Maar dat betekent niet dat alles zomaar kan. Zo legt de Belgische antidiscriminatiewetgeving een aantal beperkingen op aan die vrije meningsuiting. Een mening mag immers het leven en laten van anderen niet in gevaar brengen. 

De wetgeving omvat 3 wetten, die haatspraak in sommige gevallen strafbaar maken:

  1. Antiracismewet: verbiedt racisme en discriminatie op grond van ras, afkomst, huidskleur, nationaliteit en nationale of etnische afstamming.
  2. Antidiscriminatiewet: verbiedt discriminatie op grond van leeftijd, geboorte, vermogen, burgerlijke staat, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, seksuele geaardheid, taal, handicap, sociale afkomst, geloof of levensbeschouwing, fysieke of genetische eigenschap en huidige of toekomstige gezondheidstoestand.
  3. Genderwet: verbiedt discriminatie op grond van geslacht.

Wanneer is haatspraak strafbaar?

Bovenstaande wetten stellen dat (online) haatspraak strafbaar is wanneer het gaat om een ‘aanzettingsmisdrijf’. Er zijn 3 criteria die bepalen of er sprake is van zo’n aanzettingsmisdrijf:

De dader zet aan tot actie

De dader moet anderen duidelijk aansporen om actie te ondernemen. Dat mag vrij algemeen zijn (bv. ‘We moeten allen dit of dat doen’) en hoeft niet gepaard te gaan met geweld. Enkel en alleen bepaalde ideeën of kritiek verspreiden is dus niet voldoende. 

Er is een bijzondere opzet of wil

De dader moet een doel hebben: de haatboodschap moet dus een bewuste oproep zijn om bepaald gedrag te stellen. Een eenmalige foute grap of sarcastische uitspraak is dus geen aanzettingsmisdrijf.

Het gedrag vindt plaats binnen bepaalde omstandigheden

Haatspraak die aanzet tot actie is enkel strafbaar binnen bepaalde omstandigheden:

  • Op een plaats waar verschillende personen aanwezig zijn
  • Op een openbare plaats
  • Op een niet-openbare plaats, die wel toegankelijk is voor een aantal personen (bv. een ziekenhuiskamer, waar verpleegkundigen en dokters toegang toe hebben)
  • Op om het even welke plaats in de aanwezigheid van de beledigde én een getuige
  • In geschriften (gedrukt of niet), prenten of zinnebeelden die aangeplakt, verspreid of verkocht worden, openlijk tentoongesteld worden of die niet openbaar zijn, maar verstuurd zijn naar verschillende personen

Wordt (online) haatspraak effectief vervolgd?

De wet maakt het moeilijk om iemand die online een strafbare haatboodschap verspreidt, ook effectief te veroordelen. Dat komt doordat onze Grondwet zo’n misdrijf in de meeste gevallen beschouwt als een ‘drukpersmisdrijf’. Dit soort misdrijven moeten voor het Hof van Assisen komen, in plaats van de correctionele rechtbank, wat een dure en ingewikkelde procedure is. Daardoor gaan daders tot op vandaag vaak vrijuit.

Gepubliceerd op 16 maart 2022