Waarom mediawijsheid meten?
Het meten van mediawijsheid maakt 2 zaken mogelijk:
- Weten waar er nog werk aan de winkel is. Hoe is het gesteld met de mediawijsheid van burgers of van je doelpubliek? Wie is er digitaal goed mee? En wie ervaart er nog problemen om media te gebruiken of te begrijpen? Door mediawijsheid te meten, krijgen we een beeld van de huidige situatie en weten we precies waar er nog ruimte is voor verbetering.
- De impact van een mediawijs project kennen. Willen we mediawijze projecten opzetten die hun doel bereiken, dan is het goed als we weten wat er wel en niet werkt. Door de effectiviteit en impact van initiatieven te meten, kunnen we het in de toekomst (nog) beter doen.
Meten: mogelijk, maar ook moeilijk
Dat het meten van mediawijsheid een goed idee is, betekent niet dat het ook eenvoudig is. Omdat veel mediahandelingen bijna gewoontes zijn geworden, is niet iedereen zich bewust van wat ze wel en niet doen. Dat maakt het moeilijk om hierover te rapporteren in interviews of vragenlijsten.
Bovendien kunnen er ook sociaal wenselijke antwoorden in het spel zijn, bijvoorbeeld als er naar vaardigheden of kennis gepeild wordt. Idealiter kan je observeren wat mensen doen of dit registreren via een app, maar daar is tijd en budget voor nodig.
Hoe meten we mediawijsheid in Vlaanderen?
Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van mediawijsheid in Vlaanderen, slaan we bij Mediawijs de handen in elkaar met onze partners. Samen gaan we via meerdere, (twee)jaarlijkse onderzoeksmonitors na hoe het staat met het mediagebruik en de mediagewoontes bij burgers in Vlaanderen. De combinatie van al deze gegevens, zowel kwalitatief als kwantitatief, maakt het mogelijk om patronen te herkennen en betrouwbare data te bekomen.